|
||||||||
|
Nu 60 jaar nadat de Amerikaanse blues en boogie band werd opgericht, zal Canned Heat in de muziekgeschiedenis altijd gelinkt blijven aan Woodstock waar de band zich met hun "Going Up the Country" zich vereeuwigde. Canned Heat werd in 1965 door Bob 'The Bear' Hite (zang) en Alan 'Blind Owl' Wilson (gitaar) opgericht. De naam van de band ontleenden ze aan een in 1928 uitgebracht blues nummer van Tommy Johnson "Canned Heat Blues". Het was een nummer over een aan Sterno -een alcoholproduct in blik dat gebruikt wordt voor verwarming, ook wel 'canned heat' genoemd- verslaafde. De andere bandleden zijn: Larry 'The Mole' Taylor (bas), Henry 'The Sunflower' Vestine (gitaar) en Adolfo 'Fito' de la Parra (drums). Gitarist Harvey Mandel vervangt in 1969 en 1970 Henry Vestine en in de jaren ’70 zal ook Richart Hite, broer van Bob, even de bassist zijn van de groep. In 1970 sterft Alan Wilson aan een overdosis pillen, wat het hart uit de band rukt. In een wisselende samenstelling gaat de band daarna verder. In 1981 sterft Bob 'The Bear' Hite in Los Angeles, tijdens de pauze van een concert, nadat hij dacht cocaïne te hebben genomen van een fan. Achteraf bleek het echter om heroïne te gaan en is de overdosis fataal. Dit lijkt voor velen het einde van Canned Heat. De band gaat echter opnieuw verder. In 1997 sterft ook Henry 'The Sunflower' Vestine. Desondanks bestaat Canned Heat nog steeds o.l.v. Fito de la Parra en wordt er vooral geteerd op oud succes. Fito zei onlangs in een interview: "Ik ben na meer dan 55 jaar nog steeds bij Canned Heat. Om überhaupt nog in leven te zijn is een triomf". Fito was immers al bij de band sinds hun tweede officiële album "'Boogie With Canned Heat", dat in 1968 werd uitgebracht op het Amerikaanse label Liberty. In 1970 verscheen "Future Blues", het eerste album met de nieuwe gitarist Harvey Mandel. Met "So Sad (The World's in a Tangle)" bevat het album het eerste milieubeschermingslied van de band. Het gaat over de constante smog boven Los Angeles. "Let's Work Together", een coverversie van Wilbert Harrison's "Let's Stick Together" uit 1962, en werd wereldwijd een top tien hit voor Canned Heat. De concertopname "70 Concert: Recorded Live In Europe" volgde in hetzelfde jaar. Opgenomen op verschillende locaties tijdens de tour door Europa (waaronder de Royal Albert Hall in Londen), is dit het eerste officiële live-album van de band en tevens het laatste audiodocument van Canned Heat met Alan Wilson. Met "Final Vinyl" (2024) bracht Canned Heat onlangs hun laatste album uit voor Ruf Records. De tour die op deze plaat "70 Concert: Recorded Live In Europe" is vastgelegd, werd geboren uit het onverwachte succes van het nummer "Let's Work Together", afkomstig van het eerder verschenen "Future Blues" album, dat dan ook hun meest succesvolle tour in heel Europa werd. Met Mandel die de band instrumentaal aanstuurt, is er een geleidelijke verschuiving naar meer uitgekauwde interactie en volledig herschikte melodieën. Dit wordt onmiddellijk geïllustreerd door het funky "That's All Right Mama". Afwisselend is Wilson's donkere gezicht duidelijk zichtbaar op het eenzame en schrijnende "Pulling Hair Blues" of het geïmproviseerde "London Blues", een nummer dat ook wordt gekenmerkt door zijn bijtende bottleneck slidegitaarsolo's en spookachtige valse zang. Hoewel de tracklist het afschildert als een medley, heeft "Back on the Road Again" weinig gemeen met "On the Road Again". In plaats van, op zijn minst, een couplet van beide nummers dat wordt gespeeld, wordt er alleen naar het laatste verwezen. De live-uitvoering van "Let's Work Together" is net zo levendig als het origineel, waarbij de band alles uit de kast haalt voor hun terecht dankbare publiek. "70 Concert: Recorded Live In Europe" behoort tot hun meest essentiële albums, wat toen had de band aan het eind van de jaren 1960, begin van de jaren 1970, toch wel zijn belangrijkste bezetting met Al Wilson, Bob Hite, Fito de la Parra, Harvey Mandel en Larry Taylor, het toppunt van hun creatieve output bereikt. Wilson's dood liet een gat achter dat niet meer opgevuld kon worden, vooral omdat Larry Taylor en Harvey Mandel kort daarvoor ook Canned Heat hadden verlaten om zich aan te sluiten bij John Mayall's 'USA Union' band.
|